Het verhaal van het motto

De abdij van Grimbergen is drie keer tot de grond toe afgebrand en telkens sterker uit de strijd gekomen, wat resulteerde in het devies "ardet nec consumitur", wat betekent "verbrand maar niet vernield".

Een herinnering aan de dramatische geschiedenis van de abdij van Grimbergen. Een geschiedenis die teruggaat tot de Middeleeuwen, toen Norbertus van Xanten de naam Norbertus aannam en de Premonstratenzer orde stichtte.

Bijna 900 jaar geschiedenis van Grimbergen

In 1128 vroegen de heren van Grimbergen hem om een abdij te bouwen en hij vervulde hun wens.
In 1142 kwamen de heren van Grimbergen in opstand tegen de hertog van Brabant. Dit was het begin van de oorlog van Grimbergen.
De abdij werd voor de eerste keer platgebrand en volledig verwoest. De ambitieuze paters herbouwden ze steen voor steen.
Na de eerste heropbouw bloeide de abdij, net als de hop in de velden rond de stad.

De godsdienstoorlogen

Maar in 1566, tijdens de godsdienstoorlogen, werd ze voor de tweede keer verwoest. De paters werden gedwongen hun abdij te verlaten.
Ze vluchtten naar Brussel waar ze onderdak zochten tot de rust terugkeerde in Grimbergen.

In 1629 legden de paters de laatste hand aan hun nieuwe abdij. We kunnen ons de feestvreugde levendig voorstellen toen de meesterbrouwer terugkeerde naar de stad.

Vanaf dat moment namen ze de feniks als symbool van wedergeboorte op in hun wapenschild, naast het motto:
ARDET NEC CONSUMITUR.